Trauma

Je kind is verdrietig, heeft last van buikpijn of nachtmerries. Je kind heeft iets ernstigs meegemaakt of is er getuige van geweest, bijvoorbeeld een ongeluk of geweld. Je kind moet er vaak aan denken, ook als hij of zij dat niet wil. Deze gedachten gaan niet uit het hoofd van je kind. Je kind vindt het moeilijk om erover te praten en in gedachten wordt de traumatische gebeurtenis steeds opnieuw beleefd. Je kind vermijdt bepaalde plaatsen, om zo niet op de plaats van het ongeluk te hoeven komen. Je kind wordt steeds erg verdrietig als het denkt aan wat er gebeurd is. Je kind heeft moeite met (in)slapen. Je kind heeft moeite om zich te concentreren op school en je kind is soms zomaar boos of schrikachtig. 

Er zijn twee soorten trauma:
• Er is één keer iets ergs gebeurd, dat je kind niet zag aankomen. Een voorbeeld hiervan is het meemaken van een auto-ongeluk.
• Er is vaker iets gebeurd en je kind is zich er bewust van dat het weer kan gebeuren. Gedacht kan worden aan (seksuele) mishandeling of geweld in het gezin.

Niet iedereen die iets ergs meemaakt, blijft daar lang last van hebben. Van alle kinderen die iets ergs mee maken krijg één van de vier een trauma.

De training die binnen de Kinderpraktijk wordt gegeven, is bedoeld voor kinderen vanaf 6 jaar. Welke methode wordt toegepast, is afhankelijk van de aard van het trauma, de mate van impact op het dagelijks leven en (de leeftijd van) het kind zelf. Methoden die gebruikt worden, zijn: schrijftherapie, EMDR, behandelprotocollen. Alle gebruikte methoden hebben cognitieve gedragstherapie als basis. 

De behandelingen vinden individueel plaats. Elke behandeling duurt 45 minuten. 
Aanmelden
Share by: